Rotterdamse timmerman was al dood..
DEN BOSCH – Gerrit snoeren (29), de Rotterdamse timmerman wiens verminkte lichaam in de paasnacht van 2003 werd gevonden in de laadbak van een terreinwagen die tegen een paar bomen was gecrasht, moet al dood zijn geweest voordat hij in die auto terecht was gekomen.Deze conclusie van gerechtelijk geneeskundige mevr. dr. Selma Eikelenboom van Indepent Forensic Services (IFS) te Nunspeet dwong gisteren mr. C. Revis, de advocaatgeneraal bij het gerechtshof in Den Bosch, om vrijspraak te vorderen voor de 25-jarige Rudie S., die in juni vorige jaar nog voor doodslag is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf.
Tot dusver had justitie de visie gevolgd van patholoog dr. R. Visser van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), die meende dat Snoeren slachtoffer was geworden van de botsing van de Nissan Patrol van Rudie S. tegen bomen op camping De Rietschoof in Aalst, aan de Maas in Gelderland.
Twijfels
Maar al vanaf het begin van het politieonderzoek hadden ongevallenanalisten van de politie, een schouwarts, de nabestaanden van Gerrit en De Telegraaf-verslaggeefster Jolande van der Graaf hun twijfels: er klopte iets niet.
De schouwarts die verklaarde dat Gerrits schedel zodanig was verbrijzeld dat hij “aanvoelde als een zak met losse brokken”, gaf al aan dat zulk letsel eigenlijk alleen te verwachten is bij zware ongevallen waarbij over het slachtoffer heen is gereden. Journaliste Van der Graaf spoorde getuigen op die zeker wisten dat Snoeren niet was ingestapt bij Rudie S. en diens passagier Pieter V., en ontdekte dat de ongevallenexpert brigadier Pieter Biemans (60) evenmin geloof hechtte aan de bomenbotsing als doodoorzaak. De advocaat-generaal vroeg vrijspraak, maar niet van harte. Voor de zorgvuldigheid had hij liever dr. Eikelenboom en haar collega dr. Visser op een volgende zitting nog eens met elkaar geconfronteerd, maar het gerechtshof liet de wens van Snoerens nabestaanden om de affaire nu af te ronden, zwaarder wegen.