Bij gebrek aan een wettelijke regeling is niet duidelijk hoe het openbaar ministerie diende te handelen in een geval als dit, waarin na de eerste oplegging en dadelijke uitvoerbaarheid geruime tijd is verstreken totdat de oplegging van de maatregel onherroepelijk werd en in de tussentijd geen sprake is geweest van een doorlopende tenuitvoerlegging. In de gegeven omstandigheden acht het hof de vordering tot verlenging ontvankelijk. Afwijzing vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Recidiverisico zodanig beperkt dat het verantwoord is de terbeschikkingstelling te beëindigen.
Hoe ‘conflict tussen ex-partners’ uitmondt in reeks brandstichtingen (DeStentor.nl)
Hij durft ‘nog geen barbecue aan te steken’, zegt André L. (58). Toch was hij volgens justitie betrokken bij vijf