De rechtbank Maastricht gaat kijken in het huis van de Sittardse familie L., die wordt verdacht van de ‘zoutzuurmoorden’. In de woning in het Duitse Tudderen zouden de 24-jarige Alan Gergeri en de 29-jarige Mouhammed al-Jader zijn vermoord. De lichamen van de twee Irakezen zouden zijn opgelost in zoutzuur en door het riool zijn gespoeld.
De rechtbank gaat een zogeheten schouw houden, omdat meerdere verdachten hebben gezegd dat zij een verklaring willen afleggen. Gergeri zou in de zomer van 2009 zijn vermoord en Mouhammed al-Jader in augustus 2011.
De familie L. bestaat uit vader Hub, moeder Els, de zonen Michel en Maurice, en de nog altijd voortvluchtige dochter Rachelle. Ron van K., een vriend van de familie, zou hebben meegeholpen om het lijk van Al-Jader te laten verdwijnen. Tot nu toe heeft alleen hij een verklaring afgelegd. De schouw zal pas plaatsvinden nadat Hub L. en zijn zonen Maurice en Michel een verklaring hebben afgelegd.
De officier van justitie omschreef de zaak eerder als een ‘godsgruwelijke strafzaak waarin vreselijke dingen zijn gebeurd’.
Gergeri zou met een mes en pikhouweel zijn gedood, al-Jader zou zijn doorzeefd met tientallen kogels. Dagelijks werd in de ton met zoutzuur geroerd, om het proces van oplossen te versnellen. De vloeibare resten van de twee mannen zouden over kleine emmers zijn verdeeld en weggespoeld.
Al-Jader was de vriend van Rachelle en zou voortdurend geld hebben geëist, omdat hij op de hoogte zou zijn van criminele activiteiten van de familie. Asielzoeker Gergeri zou Maurice, de jongste zoon van het gezin L., hebben verkracht.