TUDDEREN/MAASTRICHT – Ondanks de roep van advocaten en justitie wil de rechtbank geen reconstructie laten uitvoeren in de zaak rond de zoutzuurmoorden. Dat liet de rechtbank in Maastricht gisteren weten.
Drie verdachten van de familie L., vader Hub (58) en zonen Maurice (21) en Michel (26), wilden tijdens die reconstructie verklaren over de moorden op de Irakezen in 2011 (Mouhammed Al Jader) en 2009 (Alan Gergeri), zo zeggen hun advocaten. Maar de rechtbank stelt kort gezegd dat de verdachten ook gewoon een verklaring kunnen afleggen zonder reconstructie.
„Het is niet gebruikelijk om te verklaren tijdens een reconstructie”, zegt persrechter Joan Holthuis. „Om dat nu te doen, kost alleen maar extra tijd en geld. De rechtbank wil éérst de verklaringen van de verdachten. Om vervolgens te kijken of het nodig is om een reconstructie te laten plaatsvinden.” Verdachte Hub L. is door de rechter verplicht tot een opname in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor onderzoek. Hij wenst namelijk niet mee te werken aan persoonlijkheidsonderzoeken door psycholoog en psychiater. Ook in het PBC wil hij niet meewerken, verklapte zijn advocaat Serge Weening al.
„Dat komt vaker voor”, stelt Holthuis. „Maar de verdachte zit daar zeven weken intern. Er zal naar hem gekeken worden hoe hij zich gedraagt tijdens groepsprocessen. De rechtbank vindt het nodig om dat te weten.” Twee verdachten hadden gehoopt om tussentijds op vrije voeten te komen. Maar dat ging niet door. Michel L. en huisvriend Ron van K.(53) kunnen volgens hun advocaten niet als moordverdachte worden bestempeld op basis van het dossier dat er nu ligt. Daarom zouden zij op vrije voeten moeten worden gesteld, in afwachting van hun proces. De Rechtbank oordeelt echter dat er wel degelijk rekening mee gehouden moet worden dat het duo betrokken is bij de moord(en).