Berichtgeving GGZ-instelling Mondriaan vraagt om een reactie
Op 16 november 2020 heeft GGZ-instelling Mondriaan een persbericht verspreid over de zaak tegen Thijs H. Op 1 december 2020 besteedde dagblad de Limburger aandacht aan het zelfde onderwerp. In genoemd persbericht wordt stelling genomen tegen door GGZ Mondriaan ervaren kritiek van het Pieter Baan Centrum. De inhoud hiervan geeft de verdediging – bestaande uit mr. Serge Weening en mr. Job Knoester – aanleiding te reageren.
Mondriaan is niet neutraal
De inhoud van het genoemde bericht van GGZ-instelling Mondriaan valt niet neutraal te noemen, terwijl dat wel van een behandelinstelling mag worden verwacht. Ondanks dat Mondriaan ervan op de hoogte is dat hoger beroep is ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank waarbij Thijs H. is veroordeeld wordt gesteld dat de rechter met een heldere motivering sterk van het rapport van het Pieter Baan Centrum is afgeweken. De verdediging meent juist dat de rechtbank de plank mis heeft geslagen. Om die reden is hoger beroep ingesteld. Het staat ter discussie of de overweging van de rechtbank als helder kan worden bestempeld.
Verdediging meent dat Mondriaan steken liet vallen
Overigens meent de verdediging dat GGZ-instelling Mondriaan forse steken heeft laten vallen in de behandeling van Thijs H. voorafgaand aan de drie door hem onder invloed van een psychose gepleegde levensdelicten, terwijl dat ernstige gevolgen heeft gehad. Als dat nodig is wordt dat tijdens het hoger beroep nader aan de orde gesteld.
GGZ-instelling Mondriaan valt door genoemde stellingname ten aanzien van het niet onherroepelijke vonnis niet als onpartijdig aan te merken. Dit is niet alleen zorgelijk voor Thijs H., maar kan ook bij andere (ex)patiënten vragen oproepen over de werkwijze van Mondriaan.
Verdediging: Handelwijze Mondriaan raakt eerlijk proces en geheimhoudingsplicht
In het genoemde bericht op de website van Mondriaan wordt openlijk ingegaan op een kennelijk lopende discussie tussen die instelling en het Pieter Baan Centrum. Hierbij is in de laatste alinea aangegeven dat wat Mondriaan betreft juridische vervolgstappen tot de mogelijkheden behoren indien (toekomstige) openbare kritiek van het Pieter Baan Centrum daartoe aanleiding geeft.
Hoewel van professionals mag worden verwacht kritiek van vakgenoten niet als bedreiging te zien, maar juist als iets dat een inhoudelijke discussie verdient staat het Mondriaan vrij hier niet voor open te staan. Het is eveneens aan die instelling te overwegen juridische middelen tegen vakbroeders in te zetten. Het is echter ontoelaatbaar, tuchtrechtelijk en mogelijk zelfs strafrechtelijk verwijtbaar om over de rug van een (ex-)patiënt openlijk via berichten op de website en contacten met de pers of een ander over zijn zaak te spreken of te corresponderen. Iedere (ex-)patiënt geniet ten volle het recht op beroepsgeheim.
De in het openbaar gemaakte opmerking dat openlijke kritiek van een forensische onderzoekinstelling zou kunnen leiden tot juridische vervolgstappen tast het recht op een eerlijk proces van Thijs H. aan. Hiermee worden niet alleen onderzoekers van het Pieter Baan Centrum onder druk gezet, maar dat kan ook gelden voor eventuele nieuwe onderzoekers. De inhoudelijke fase van het hoger beroep moet nog aanvangen. Als gedragsdeskundigen in hoger beroep gehoord zouden worden of als (nieuwe) gedragsdeskundigen opdracht krijgen nader onderzoek te doen moeten zij zich daarbij vrij voelen naar eer en geweten bevindingen te presenteren die ook kritiek op anderen kunnen en mogen inhouden.
Op 29 juni 2020 zond de raad van bestuur een brief aan het Pieter Baan Centrum. De inhoud hiervan is – om dezelfde redenen als hierboven benoemd – naar het oordeel van de verdediging ook een potentiële bedreiging (geweest) voor het recht op een eerlijk proces dat Thijs H. verdient. Bovendien heeft ook hier een schending van het beroepsgeheim plaatsgevonden doordat een kopie van deze brief – die de door Mondriaan aan Thijs H. gegeven behandeling raakt – aan het Openbaar Ministerie is gezonden. Die brief heeft het OM vervolgens op een openbare zitting voorgelezen.
Mondriaan aangemaand
Namens Thijs H. is GGZ-instelling Mondriaan aangemaand zich te onthouden van het doen van uitlatingen richting forensisch deskundigen en/of forensische instellingen die een aantasting kunnen vormen voor de vrijheid als getuigen-deskundigen verklaringen af te leggen en onderzoek te doen. Daarnaast is benadrukt dat GGZ-instelling Mondriaan geen uitlatingen in het openbaar of richting anderen mag doen over zaken die de behandeling die Thijs H. heeft ondergaan direct of indirect raken zonder expliciete toestemming van Thijs H.