De ontsteltenis is groot. De Pool die op 19 mei 2013 een opa, oma en hun kleindochter in Meijel dood reed, is recentelijk vrijgekomen terwijl hij de aan hem opgelegde gevangenisstraf van 15 maanden (een straf die door velen sowieso al veel te laag wordt gevonden) nog niet geheel heeft uitgezeten. De politiek, de PVV voorop, schreeuwt moord en brand, de nabestaanden zijn hevig geëmotioneerd en de sociale media ontploffen van de ongefundeerde uitingen van woede en onbegrip. Tijd voor een juridisch antwoord op de meest gestelde vraag op Facebook “Hoe kan dit? “
Als een Nederlander wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden dan moet hij hiervan 13 maanden uitzitten. De resterende 2 maanden hoeft hij niet uit te zitten zolang hij zich gedurende de proeftijd van, in dit geval, 2 maanden houdt aan eventuele bijzondere voorwaarden die justitie aan de vrijlating verbindt en als hij gedurende 1 jaar geen nieuwe strafbare feiten pleegt. Veroordeelde vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf in Nederland komen echter niet in aanmerking voor deze zogenaamde voorwaardelijke invrijheidstelling omdat zij na hun vrijlating niet in Nederland mogen blijven. Dit maakt toezicht op het naleven van de voorwaarden onmogelijk. Tot zover zou de Poolse doodrijder zijn straf dus helemaal moeten uitzitten ware het niet dat artikel 40 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting een soortgelijke regeling kent speciaal voor vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf in Nederland. Deze regeling houdt, in dit geval, in dat de Pool na het uitzitten van 7,5 maand gevangenisstraf strafonderbreking kan krijgen onder de voorwaarde dat hij niet meer terugkeert naar Nederland. Deze regeling is in april 2012 ingevoerd om de ongelijkheid tussen Nederlanders en vreemdelingen op het gebied van de voortijdige vrijlating op te heffen en om voor vreemdelingen een extra prikkel te creëren om zich na hun vrijlating niet meer in Nederland te vertonen. Doen zij dit wel dan herleeft het strafrestant. Voor de Pool betekent dit dat hij de andere helft van zijn gevangenisstraf alsnog zal moeten ondergaan.
De Pool heeft een beroep gedaan op een regeling die ondertussen al 5 jaar bestaat en waar tot deze maand vrijwel geen haan naar kraaide omdat de teneur over het algemeen is dat Nederland criminele vreemdelingen het liefst zo snel mogelijk ziet vertrekken zonder dat hun langdurig verblijf in een Nederlandse cel veel belastingcenten kost. Als daar nog enige garantie bij gecreëerd kan worden dat we ze niet meer terug zien in Nederland dan is dat natuurlijk alleen maar mooi meegenomen. In de onderhavige zaak ligt dat echter anders nu de maatschappij ernstig geschokt is door het feit dat de Pool een eind heeft gemaakt aan 3 levens en daar in de ogen van velen “maar” 15 maanden gevangenisstraf voor heeft gekregen en nu blijkt dat hij deze straf niet eens helemaal hoeft uit te zitten. Het is dus veeleer de nog steeds bestaande onvrede over de hoogte van de straf op zich dan enkel het gegeven dat hij nu vrij is.
In de door velen onbegrepen beslissing van 13 april 2017 overweegt de RSJ (de instantie die uiteindelijk beslist op een verzoek tot strafonderbreking zoals door de Pool gedaan) dat het belang van de nabestaanden volgens haar niet opweegt tegen het belang van de Pool om bij de geboorte van zijn kind te kunnen zijn. Daar mag ieder voor zich natuurlijk anders over denken, maar deze belangenafweging wordt dagelijks door allerlei juridische colleges gemaakt. Deze belangenafweging valt meer dan regelmatig in het voordeel van gedetineerden en hun familie uit nu een geboorte een eenmalig iets is wat nooit meer overgedaan kan worden. Verder wordt overwogen dat het feit dat de ernstige mate waarin de rechtsorde geschokt is, niet verklaard wordt door het feit dat de Pool veroordeeld is voor het veroorzaken van een aan zijn schuld te wijten ongeval. Hij is dus veroordeeld voor een schulddelict en niet voor een opzetdelict. Dit juridisch argument staat als een huis. Er is in rechte niet komen vast te staan dat de Pool de fietsers opzettelijk van het leven heeft beroofd en ook niet dat hij dusdanig heeft gereden dat hij de aanmerkelijke kans op hun dood op de koop toe heeft genomen. Bewezen is dat hij een aan zijn schuld te wijten ongeval heeft veroorzaakt. Juridisch bezien is de beslissing van de RSJ mijns inziens juist.
De gemiddelde Nederlander zal lak hebben aan het in zijn ogen juridisch geneuzel en puur vanuit emotie reageren. Een democratische samenleving met een gedegen rechtsorde is echter gediend bij een juridisch correcte toepassing van de wetten en regels die wij in Nederland met elkaar hebben afgesproken ook al kan dat in een specifiek geval anders voelen.