SITTARD – In Zuid-Limburg is de ‘ritselcultuur’ sterker verankerd dan in andere delen van Nederland. Daardoor kunnen ambtenaren en bestuurders eerder in aanraking komen met justitie. Dat verklaart hoofdofficier van justitie Cees van Spierenburg van het landelijk parket.
Hij reageert daarmee op de vonnissen in de Janssen de Jong-zaak. In dat grote corruptieproces legde de rechter woensdag twee ex-managers van wegenbouwer JaJo Infra en zes ambtenaren in Zuid-Limburg forse celstraffen op. Het landelijk parket stuurde het rijksrecherche-onderzoek in deze zaak aan. „Naarmate je dichter bij de Belgische grens komt, wordt er meer geritseld”, zegt de hoofdofficier. Uit onderzoek van de rijksrecherche bleek vorig jaar dat in Limburg tussen 2003 en 2007 meer ambtenaren in omkopingszaken opdoken dan in andere regio’s.
Bij de grote nationale vastgoedfraude die nu speelt en de grote bouwfraude aan het begin van deze eeuw, speelde Limburg juist een veel minder grote rol. Van Spierenburg: „Daarbij draait het om grootschalige zakencorruptie. In het zuiden is meer sprake van een voor-wat-hoort-wat-cultuur. Meer katholiek. Die cultuur verhoudt zich slecht tot het strafrecht.”
Gouverneur Léon Frissen zegt dat hij zich schaamt voor de integriteitsaffaires waardoor Zuid-Limburg de laatste twee jaar werd getroffen. „Maar zeker een hoofdofficier moet zijn beweringen staven met feiten.Wetenschappers komen met andere cijfers.” Zuid-Limburg en de provincie hebben de laatste jaren veel werk gemaakt van integriteit, beklemtoont de gouverneur. „Daardoor komen zaken ook eerder aan het licht dan elders. Net als in Amsterdam. Die stad ontsloeg vorig jaar 25 ambtenaren.”