Nabestaanden van de twee Heerlense slachtoffers van drievoudig moordverdachte Thijs H. (28) uit Brunssum overwegen de Zuid-Limburgse ggz-instelling Mondriaan medeaansprakelijk te stellen voor de dood van hun geliefden.
Zij willen, zegt hun advocaat Phil Boonen, kunnen beschikken over het volledige rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd om te kunnen beoordelen of er sprake is van nalatigheid door Mondriaan. De instelling geeft geen commentaar.
Om de tuin geleid
De Inspectie gelastte Mondriaan een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de behandeling van H. door de instelling. Slechts een deel van het onderzoeksrapport is gepubliceerd. Het oordeel was onder meer dat H. ‘onvoldoende is gemonitord’ en zijn behandelaars om de tuin lijkt te hebben geleid.
De verdachte was bij Mondriaan onder behandeling van 8 september 2018 tot en met 8 mei 2019. Hij heeft bekend begin mei 2019 drie mensen te hebben doodgestoken: op 4 mei een vrouw in Den Haag en op 7 mei een man en een vrouw op de Brunssummerheide.
Twijfels
Volgens het Pieter Baan Centrum was hij volledig ontoerekeningsvatbaar, maar het Openbaar Ministerie heeft daar twijfels over onder meer vanwege verdachte zoektermen op H.’s computer die volgens het OM duiden op het veinzen van een psychose en het gebruik van wiet dat een psychose zou kunnen aanwakkeren.
Advocaat Boonen doet namens de nabestaanden een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur om de volledige rapportage openbaar te krijgen. „We willen weten hoe de inspectie tot bepaalde conclusies is gekomen.” De Inspectie heeft nog niet gereageerd op vragen over het WOB-verzoek.
Op de vraag of de ouders van de verdachte – die de dagen voor de moorden op de Brunssummerheide vergeefs om hulp aanklopten bij Mondriaan met hun verwarde zoon – en hijzelf mogelijk tevens overwegen om Mondriaan aansprakelijk te stellen, wilde zijn advocaat Serge Weening niets zeggen. H. heeft vorig jaar bekend de drie wandelaars met een mes te hebben doodgestoken en zegt in ‘opdracht’ tijdens een psychose te hebben gehandeld.
Geweigerd
Tijdens de laatste pro-formazitting voor de rechtbank in Maastricht bleek dinsdag dat de ouders en de zus van Thijs H. zich beroepen op hun verschoningsrecht: ze hebben geweigerd als getuige te verklaren bij de rechter-commissaris. Het OM acht het zinloos hen tijdens de inhoudelijke behandeling later deze maand op zitting te ondervragen „gezien hun proceshouding”.
Getapt
Duidelijk werd dat het OM de familie van H. vragen had willen stellen over onder meer afgeluisterde telefoongesprekken. Sinds zijn aanhouding op 9 mei 2019 is hij ruim een jaar lang getapt. Volgens het OM voerde hij vanuit de gevangenis gesprekken „met verschillende mensen”, aldus persofficier Anneke Rogier na afloop van de zitting. Op de inhoud daarvan wil het OM niet vooruitlopen. Weening, wiens cliënt niet aanwezig was, wilde daar niets over kwijt.
Publiek
Tijdens de zitting pleitte officier Joan Holthuis ervoor bij de inhoudelijke behandeling weer publiek toe te laten en dat bijvoorbeeld in andere zittingszalen het proces te laten volgen via een videoverbinding. „We mogen weer naar het terras, alles wordt versoepeld. Laten we de zittingen ook weer openbaar maken. Het publiek moet kennis kunnen nemen van deze zaak.” Indien de ruimte beperkt is, kan wat haar betreft de familie van H. niet meer afgeschermd in een aparte zaal de zaak bijwonen.
De rechtbank neemt het verzoek in beraad en moet nog bepalen hoe de logistiek wordt geregeld.