De strafeisen tegen de acht verdachten van de doodslag op Pierre Collette zijn gisteren in hoger beroep veel lager uitgevallen dan vorige jaar voor de Maastrichtse rechtbank. Eiste het openbaar ministerie (OM) in Maastricht nog in totaal 95 jaar gevangenisstraf, voor het gerechtshof in Den Bosch kwam het totaal gisteren op zestig jaar. Tegen twee verdachten werd tevens tbs met dwangverpleging geëist.De 31-jarige Luikenaar Pierre Collette werd op 28 juli 2004 door een groep jongeren uit vooral Maastricht met de belofte van seks meegelokt vanaf de toenmalige homo-ontmoetingsplaats Keelbos langs de (A97) naar de Sint Pietersberg. Het plan was om hem van zijn dure Volvo te beroven, maar op de Sint Pietersberg werd hij volledig in elkaar geslagen met een honkbalknuppel, getrapt en uiteindelijk gestoken met een mes. Op 6 augustus werd zijn lichaam gevonden door een neef. In de tussenliggende periode heeft zijn familie wanhopig gezocht naar de vermiste man.
De eisen in hoger beroep komen meer in de buurt van de straffen die Maastrichtse rechtbank oplegde dan dat ze lijken op de eisen in eerste aanleg. Het OM wil over zijn gewijzigde opstelling in deze zaak slechts kwijt dat “voorschrijvende inzicht in de rol van enkele verdachten en de hoogte van de straffen” daartoe heeft geleid, aldus advocaat-generaal H. de Goende. Het OM in Maastricht, dat in juli vorige jaar onmiddellijk na de uitspraken van de rechtbank hoger beroep aantekende, wilde gisteren niet reageren: “De advocaat-generaal is tot een ander inzicht gekomen. Dat kan. Daar hebben wij verder geen mening over”, aldus persofficier van justitie W. Smits.
De eisen zoals ze gisteren bij het hof zijn neergelegd, variëren van vrijspraak tot veertien jaar. In eerste aanleg liepen ze uiteen van vijf tot achttien jaar. Net als de officier van justitie bij de rechtbank, achtte ook advocaat-generaal De Goede zogenaamde gekwalificeerde doodslag bewezen: de jongeren vonden hun eigen geldelijk gewin belangrijker dan het leven van Collette.