De rechter heeft gesproken. Forse straffen werden gisteren uitgedeeld in het grote corruptieproces. De rechters nemen het de veroordeelden kwalijk dat ze het imago van de onkreukbare overheid hebben aangetast.
Het is slikken voor voormalige regiomanager Mark J. van wegenbouwer Janssen de Jong infra. Niet alleen omdat de rechtbank hem zojuist een forse straf heeft opgelegd voor het omkopen van Limburgse ambtenaren: 24 maanden cel waarvan 10 voorwaardelijk. Maar ook omdat het vonnis veel zwaarder uitvalt dan dat van J.’s voormalige baas, algemeen directeur Rob A. Die krijgt ‘slechts’12 maanden cel(6 voorwaardelijk). „De grondwerker wordt harder gestraft dan de directeur” bromt J., die er verder het zwijgen toe doet. Het openbaar ministerie had ook tegen beide verdachten gelijke straffen geëist: 24 maanden cel waarvan 6 voorwaardelijk.Vooral J. onderhield de contacten met de omgekochte ambtenaren en gaf hen veel contant geld en andere giften. Maar A. was daarvan op de hoogte en ook medepleger,redeneerde het OM. Hij floot zijn ondergeschikte J. in ieder geval niet terug. Dat laatste nemen de rechters A. ook kwalijk. Maar dat hij van de kwalijke praktijken op de hoogte was, betekent nog niet dat hij medepleger is. „Daar zijn we het ronduit mee oneens”,reageert hoofdofficier van justitie Cees van Spierenburg op het door de rechtbank gemaakte onderscheid tussen A. en J. „Deze hoofdverdachten hebben alles samen gedaan.” De kans dat het OM in beroep gaat tegen het vonnis van A. is dan ook reëel.
Ook al valt de straf voor A. een stuk lager uit dan geëist en ook al zijn vier van de vijftien verdachten vrijgesproken, toch is Van Spierenburg tevreden. Elf flinke veroordelingen staan er op de teller. En voor zeven veroordeelde ambtenaren zijn de straffen nagenoeg gelijk aan de eisen. De ontslagen provincie ambtenaar Jan S. krijgt het het zwaarst te verduren:15 maanden cel waarvan 3 voorwaardelijk. Zelfs met aftrek van de twee maanden voorarrest moet hij nog geruime tijd de gevangenis in, als hij ook in beroep wordt veroordeeld. Dat geldt voor nog drie andere ex-ambtenaren. S.,samen mijn zijn eveneens veroordeelde vrouw een van de weinige aanwezige veroordeelden, oogt onthutst. „Nee.We zeggen niets”, is het enige dat ze kwijt willen, nadat ze het verdict hebben aangehoord.
„We wilden een voorbeeld stellen met onze stevige eisen.Anderen afschrikken”, verklaart hoofdofficier Van Spierenburg. De rechters zijn daar kennelijk in meegegaan, analyseert hoogleraar criminologie Hans Nelen van de Universiteit Maastricht. Uit onderzoek van Nelen en zijn Amsterdamse collega Leo Huberts bleek dat rechters maar zelden onvoorwaardelijke celstraffen opleggen in corruptiezaken. Dat bleek bijvoorbeeld in de jaren negentig bij de corruptieprocessen tegen Limburgse ambtenaren en bestuurders. Dat pakt in de JaJo-zaak dus heel anders uit. Nelen: „Verhoudingsgewijs zijn er redelijk zware straffen opgelegd.Wat ik uit de vonnissen lees, is dat de rechtbank benadrukt dat de vereiste onkreukbaarheid van de overheid is geschaad.” Dat klopt.Volgens de rechtbank hebben de omkopende wegenbouwers en omgekochte ambtenaren het vertrouwen van de burger in de overheid aangetast. En de provincie, gemeenten en andere bedrijven benadeeld. Een direct verband tussen giften en de door ambtenaren verleende tegenprestaties is vaak moeilijk te bewijzen, verklaren de rechters. Maar het is voldoende dat ze wisten waarom ze in de watten werden gelegd en JaJo ook bevoordeelden.
Bij ex-ambtenaar Ton B. van Sittard-Geleen ligt dat heel genuanceerd. Hij accepteerde weliswaar een verboden – en later als lening ‘vermomde’ gift van twintig mille, maar gaat toch vrijuit. Hij zette JaJo bewust op het verkeerde been door een te lage inschrijfprijs van een concurrent bij de aanleg een parkeerplaats door te geven. Daar door schreef JaJo tienduizenden euro’s lager in,ten voordele van de gemeente. „Het voelt voor hem als een overwinning op Spanje in de finale van het WK voetbal” zegt B.’s advocaat Ivo van de Bergh. De Heerlense ambtenaar Fred P., ex-persoonlijk medewerker van de vroegere burgemeester Toine Gresel, kan even eens juichen. Hij krijgt wel een ‘oorvijg’ omdat hij wel degelijk een hoge gift kreeg, maar er is geen bewijs dat A. de pr-medewerker tot een tegenprestatie wilde verleiden. Maar alle gejuich is onder voorbehoud.Want betrokkenen kunnen, en zullen vermoedelijk ook in beroep gaan.