DEN HAAG – De Hoge Raad houdt de veroordeling van jihadist Omar H. in stand. Het gerechtshof veroordeelde de Syriëganger in 2015 tot vijftien maanden celstraf voor deelname aan training voor een terroristisch misdrijf. Of H. momenteel nog in leven is, laat zijn raadsman in het midden.
Volgens het hoogste rechtscollege heeft het hof voldoende gemotiveerd waarom hij werd veroordeeld in verband met training voor terrorisme. Het begrip training, zoals het verwerven of overbrengen van kennis en vaardigheden, moet hier volgens de Hoge Raad ruim worden uitgelegd.
Zo werd door het hof bewezen verklaard dat Omar H., afkomstig uit Amsterdam, grondstoffen voor een explosief had gekocht, waarmee hij een terroristisch misdrijf zou willen plegen. Op internet had hij daarover informatie opgezocht. Ook had hij ontstekingsmaterialen in huis.
Over de vraag of H. nog in leven is en waar hij zich bevindt, bestaat veel onduidelijkheid. Strijders van IS bevestigden vorig jaar berichten dat hij in het noorden van Syrië om het leven kwam bij gevechten met strijders van de Koerdische PKK. Zijn raadsman Serge Weening zegt daarover geen uitlatingen te willen doen.