Twee voormalige ambtenaren van de gemeente Heerlen staan deze week voor de rechtbank op verdenking van onder meer ambtelijke corruptie. Het was een onomkoopbare Heerlense steigerbouwer die hun vermeende onbetamelijke voorstellen meldde bij de gemeente en door justitie werd ingezet als ‘burgerpseudodienstverlener’.
Voordien had hij het nooit meegemaakt en erna is het ook niet meer voorgekomen. Het was in mei 2016 dat ambtenaar Tom P., nu 33 jaar en destijds werkzaam bij de afdeling Beheer en Onderhoud in Heerlen, zich voor het eerst meldde bij de steigerbouwer met de vraag of de ondernemer snel geld wilde verdienen. Dan moest hij een nepfactuur van 15.000 euro naar de gemeente sturen. „Ik zou een gedeelte van de opbrengst krijgen”, vertelt de 59-jarige ondernemer, wiens nekharen die dag in mei recht overeind gingen staan.
„Ik wil op een eerlijke manier mijn geld verdienen. Hier kan ik heel slecht tegen: deze man maakt misbruik van gemeenschapsgeld. Zo’n jonge vent ook nog. Ik doe daar niet aan mee. Als je dat wel doet, ben je simpelweg crimineel tussen de criminelen. Eerlijk duurt volgens mij het langst.” De ondernemer, die niet met zijn naam in de krant wil, aarzelde geen moment en stapte naar de gemeente. Niet veel later zat hij als getuige aan tafel bij de Rijksrecherche. Die hem ook een niet-alledaags verzoek deed: of hij het spelletje wilde meespelen?
Dat deed hij en hij kreeg derhalve een hoofdrol in het strafrechtelijke onderzoek Guardea. Ook Heerlen speelde mee en betaalde verschillende nepfacturen. Dat toneelstukje leidde in november 2016 tot de aanhouding van P. – toen al geen ambtenaar meer – en zijn ex-collega Karel M. (46). Die zou zich in een latere fase ontpopt hebben als P.’s handlanger.
Volgens M.’s advocaat Serge Weening gaat zijn cliënt in elk geval verklaren voor de rechtbank.
In totaal staan er vijf verdachten terecht. Naast beide ambtenaren, die ervan worden verdacht de gemeente voor tienduizenden euro’s te hebben benadeeld, zijn dat een werknemer van een ander bedrijf die eveneens betrokken zou zijn geweest bij de nepfacturen en twee mensen die P. zouden hebben geholpen bij het vervalsen van huurcontracten.
Plicht
De steigerbouwer vindt het intussen de gewoonste zaak van de wereld dat hij Heerlen en justitie heeft geholpen. „Ik heb mijn plicht gedaan als burger. Deze rotte appel moest uit de mand. Ik voel me er goed bij. Ik heb het hart op de juiste plaats; kan mezelf recht in de ogen kijken. Ik betaal netjes mijn rekeningen. Dit bedrijf bestaat al jaren. Ik zal nooit een klant belazeren. Iedereen werkt hard voor zijn centen. Eerlijkheid staat bij mij zeer hoog in het vaandel.”
Het gaat hem en zijn bedrijf goed, laat de steigerbouwer weten. Na zijn rol in de ‘burgerpseudodienstverlening’ – een zelden toegepaste opsporingsmethode, waarbij een burger justitie helpt door in zee te gaan met verdachten zonder iets uit te lokken – is er weinig veranderd. Waar veel klokkenluiders later juist last krijgen omdat ze misstanden aan de kaak hebben gesteld, is er bij deze steigerbouwer sprake van een stabiele situatie, zegt hij: zijn firma heeft niet meer, maar ook niet minder opdrachten.
Wat hem wel een heel klein beetje steekt, is dat er nog geen bedankje vanaf kon. „Geen bosje bloemen, geen vlaai. Nog geen schouderklopje. Niet dat ik het daarvoor heb gedaan, hoor. Dit was niet meer dan mijn burgerplicht.”
Gestraft
Het Openbaar Ministerie heeft deze man, zonder wie dit onderzoek nooit aan het rollen zou zijn gekomen, overigens pas op het laatste moment geïnformeerd dat de zaak deze week eindelijk voorkomt bij de rechtbank in Maastricht. Hij zal de behandeling niet bijwonen: „Het enige wat me interesseert, is de uitkomst. Ik hoop dat ze gestraft worden.”