Meer dan een jaar na hun onvrijwillige nieuwjaarsduik in een Leeuwarder stadsgracht kampen drie studenten nog steeds met de traumatische gevolgen. Twee van hun zijn in therapie wegen posttraumatische stress. Hun studie hebben ze moeten staken. “Ze zijn geestelijk kapot”, zegt de officier van justitie.
En dat allemaal doordat ze op de vroege nieuwjaars morgen van 2012 een groep straalbezopen Leeuwarders tegen het lijf liepen op de Voorstreek. Die kieperden de twee jongens en een meisje (nu 22 jaar) de gracht in. Drie van de boosdoeners staan terecht. Op de vraag waarom ze het juist op deze studenten hadden voorzien, weten ze geen antwoord.
Gelukkig stond het water in de gracht maar een meter hoog. Direct verdrinkingsgevaar was er niet. Maar het was wel koud. Onderkoeling was volgens de GGD-arts een reëel gevaar. Bovendien kregen de beide jongens klappen van twee aanvallers die ook het water in waren gesprongen. Als ze het trappetje tegen de kademuur opklauterden, werden ze ruw teruggeduwd. Voor de deur van de Evangelische Boekhandel ontaardde het wrede incident bijna in een steniging.
Iemand trok er klinkers uit de straat en gooide ze naar de kleumende studenten in het grachtenwater. Bij het meisje schampte een steen tegen haar hoofd. Behalve stenen belandde ook twee fietsen in de gracht. “Ze waren een schietschijf’, zegt Bert Dölle. Pas toen de politie ten tonele verscheen, hield het op.
De drie mannen (40, 25 en 21 jaar) zeggen dat ze spijt hebben van wat er is gebeurd, maar ook dat hun aandeel in het geheel bescheiden is geweest. Twee van hen geven aan de nacht van de jaarwisseling stevig te hebben gezopen. De oudste becijfert zijn inname op anderhalve fles whisky plus een fles champagne. De middelste zegt in zijn eentje een fles whisky soldaat te hebben gemaakt.
Getuigen bevestigen in grote lijnen de versie van de gebeurtenissen zoals de slachtoffers die hebben geschetst. De verdachten hebben echter afwijkende verhalen. Zo beweert de jongste van het trio dat hij zelf ook het water is geduwd. Toen hij er uitgeklauterd was, hoor de hij van een van zijn makkers dat een van de studenten het had gedaan. Daarom doop hij meteen weer het water in “om verhaal te halen”. Hij gaf een van de mannelijke studenten klappen. Volgens het slachtoffer hield hij hem ook met zijn hoofd onder water, maar dat ontkent de verdachte.
Dat de oudste verdachte ook het water in dook, was naar eigen zeggen om de jongste te redden. Die heeft zwakke longen en moest daarom het water uit komen. Volgens de studenten heeft ook deze man klappen gegeven, maar hij ontkent. Zoals hij ook zegt dat hij niemand het water in heeft geduwd of met stenen heeft geworpen. Sterker, hij noemt de naam van iemand anders uit zijn groep, die terecht staat, als stenengooier.
Het was een uitermate bedreigende situatie, zegt officier van justitie Ed Boelen. Voor een veroordeling wegens poging tot doodslag zie hij onvoldoende bewijs, maar een poging tot zware mishandeling in vereniging was het volgens hem wel. Los vn ieders persoonlijke aandeel, houdt de officier het drietal collectief verantwoordelijk.
Hij eist tegen de twee oudste verdachten twaalf maanden gevangenisstraf. Tegen de jongste hetzelfde, maar twee maanden daarvan voorwaardelijk met reclasseringstoezicht.
Bovendien zou deze man nog het jaar moeten uitzitten dat hem eerder bij een vervroegde invrijheidstelling was kwijtgescholden op voorwaarde dat hij zich netjes zou gedragen.
De advocaten Jantine Rouwé, Bart Canoy en Serge Weening betogen dat er geen sprak is geweest van een gezamenlijk plan en evenmin van een oogmerk om zwaar letsel toe te brengen. Ze vragen vrijspraak of hooguit een veroordeling voor eenvoudige mishandeling. Maar dan is de periode van hun voorarrest (zes maanden) meer dan genoeg geweest.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.