Medeplegen diefstal met bedreiging met geweld ‘s nachts in woning, art. 312.2 Sr.
Bewijsklacht opzet.
Heeft verdachte opzet gehad op door mededaders geuite bedreiging met geweld tegen bewoonster? ’s Hofs oordeel dat verdachte het vereiste opzet op bewezenverklaarde bedreiging met geweld van slachtoffer heeft gehad is niet toereikend gemotiveerd. Hof heeft weliswaar vastgesteld dat verdachte en zijn mededaders plan hebben opgevat om diefstal te plegen in woning en dat zij dit plan gezamenlijk hebben uitgevoerd met dien verstande dat verdachte niet met zijn mededaders in woning is geweest en in auto op hen heeft gewacht maar uit de door hof gebruikte bewijsmiddelen blijkt niet dat in enigerlei vorm een afspraak is gemaakt over (dreigen met) geweld bij eventuele confrontatie met bewoner of dat verdachte zich bewust was van mogelijkheid dat zijn mededaders bij zo’n confrontatie zouden dreigen met geweld. Anders dan door hof kennelijk is geoordeeld, kan vereist opzet van verdachte op bedreiging met geweld niet uitsluitend worden aangenomen op gronden dat verdachte wist dat woning werd bewoond en dat er aanmerkelijke kans was dat er bewoner thuis was en dat mededaders in woning gezichtsbedekking droegen, nog daargelaten dat hof niet heeft vastgesteld dat verdachte wist dat mededaders gezichtsbedekking bij zich hadden.
Volgt vernietiging en terugwijzing.