Justitie kwam, zag en overwon de Limburgse corruptieaffaire. Dat ambtenaren en topmannen van bouwbedrijf Janssen de Jong Infra schaamteloos en op ongeoorloofde wijze zaken met elkaar deden, is volgens de rechter bewezen. De ‘boeven in pak’ zijn aldus gestraft en de bezem is inmiddels door alle gemeentehuizen en het gouvernement gegaan. Maar heeft Limburg z’n lesje écht geleerd?
“Wij hangen nu, terwijl de rest gewoon op oude voet doorgaat. Geloof me, binnen de kortste keren is het weer bal in Limburg.” Dat soort opmerkingen, meermaals gemaakt in de wandelgangen van de rechtbank in Den Bosch tijdens het weken durende corruptieproces,stemt weinig hoopgevend.Althans, voor die bestuurders die sinds het corruptieschandaalrond bouwbedrijf Janssen de Jong Infra aan het licht kwam het beeld van ‘Limburg vriendenrepubliek’ zo nadrukkelijk uit de wereld proberen te helpen. Het is een hardnekkig imago dat Limburg blijft achtervolgen, mede als gevolg van het weinig flatteuze verleden dat onze provincie heeft op het gebied van corruptie en bouwfraudeschandalen. Juist vanwege die rijke historie van smeren, paaien en masseren in het bourgondische zuiden kwam de affaire van begin 2009 hard aan. In het kader van damagecontrol, was directe actie geboden.
Waar het tijdens de bouwfraudezaken in de jaren negentig in eerste instantie stil bleef aan de kant van bestuurlijk Limburg, verklaarden de negentien Zuid-Limburgse burgemeesterstwee jaar geleden wél direct openlijk de oorlog aan corruptie. Zichzelf daarmee gelijk distantiërend van de rotte appelen. „We laten ons niet kisten door een paar corrupte klojo’s”,riep Maastrichts oud-burgemeester en tegenwoordig minister van Immigratiezaken en asiel Gerd Leersin een interview met deze krant. Dat was net nadat de eerste berichten naar buiten waren gekomen dat menig Zuid-Limburgs gemeentehuis én het gouvernement ‘verblijd’ waren met een bezoek van een legertje Rijksrechercheurs. De arrestatie van meer dan twintig ambtenaren en medewerkers van het wegenbouwbedrijf die daarop volgde, legde een ongemakkelijke waarheid bloot.
Een nieuw schandaal dat blijkbaar al jaren onder de oppervlakte kon door etteren, was geboren. Janssen de Jong Infra zelf stond vooraan om direct in te grijpen en vooral te benadrukken dat de cultuur die heerste op de vestigingen waar de van corruptie verdachte managers en directeuren werkten, niet symptomatisch zou zijn voor de algehele bedrijfscultuur bij de wegenbouwer. De vestiging Meerssen, door JaJo beschouwd als een geïsoleerd broeinest van corruptie, werd resoluut gesloten. De in opspraak geraakte medewerkers zijn op straat gezet. JaJo als bv kreeg wel een fikse boete van drie miljoen euro van de Nederlandse Mededingings-autoriteit (NMa) opgelegd, maar tot strafrechtelijke vervolging is het niet gekomen. „Een afgewogen beslissing die we niet zomaar hebben genomen”, benadrukt hoofdofficier van justitie Cees van Spierenburg van het landelijk parket. „ Het bedrijf heeft nieuwe,strenge integriteits- regels ingevoerd en de hele organisatie doorgelicht. Bovendien ging het ook ons inziens om een paar rotte appelen tegen wie maatregelen zijn genomen”, al dus Van Spierenburg. In het strafdossier over de JaJo-affaire komen ook ook Limburgse bestuurders voor. Ze worden als referentie genoemd in afgeluisterde telefoongesprekken tussen ambtenaren en omkopers. „Uiteraard hebben we daar ook uitgebreid naar gekeken. Maar op basis van de informatie die we hadden, is daar niet op verder gerechercheerd”, is het enige dat de hoofdofficier van justitie daarover wil zeggen.
Het vinden van bewijslast is nu eenmaal een belangrijke factor in het besluit om door te pakken, geeft hij toe. „Er is knap recherchewerk verricht, maar ik zal niet ontkennen dat een deel van de bewijzen in deze zaak op een presenteerblaadje kwam. De zaak is mede aan het rollen gebracht door afgeluisterde telefoongesprekken in een ander strafonderzoek. Dat bood zoveel aanwijzingen dat we zijn gaan observeren en gaan tappen en het netwerk van corrupte ambtenaren en bouwers volop aan de oppervlakte kwam. Bij het OM brandt altijd een lampje dat je een zeker procesrisico loopt, dat je hele bewijslast onderuit wordt gehaald. Gezien de vonnissen van de rechter, is daarin deze zaak absoluut geen sprake van.” Uit wetenschappelijk onderzoek van hoogleraren Hans Nelen en Leo Huberts blijkt ook dat justitie op zeker speelt als het om witteboordencriminaliteit gaat.Corruptie is dan ook een van de lastigst te bewijzen misdrijven in het strafrecht. Bevoordeling wordt vaak professioneel verdoezeld en documenten waarin al iets te ontdekken valt vergen specialistische kennis vaneen rechercheur. Eén op één verbanden tussen steekpenning en tegenprestatie zijn bovendien vaak moeilijk te vinden. De veronderstelde afspraken tussen bestuurders, ambtenaren en zakenlieden staan of vallen met dat wat in maffiakringen omerta wordt genoemd: het grote stilzwijgen, ook na een arrestatie. Bijna niemand durft een boekje open te doen over corruptiepraktijken.Waardoor het voor de opsporingsdiensten vaak zoeken is naar een speld in een hooiberg.
„Wat dat aangaat ging het in deze zaak om amateurverdachten. Als je het vergelijkt met de grote vissen uit de vastgoedfraude zijn dit inderdaad kleine vissen. Maar het betekent niet dat je die maar moet laten zwemmen”, zegt Van Spierenburg. Hij ziet ook dat corruptie van alle tijden is en fraude en omkoping overal plaatsvindt.Wel constateert hij dat ‘hoe zuidelijk er je gaat’, die cultuur van het ritselen normaler wordt gevonden. Of het in de Zuid-Limburgse volksaard ligt om buiten de lijnen te kleuren en onger os zaken te regelen? Daar durft de hoofdofficier zich niet over uit te laten. Net zomin als over de discussie die afgelopen zomer ontstond toen Heerlens burgemeester Paul De pla zijn afkeur uitsprak over het feit dat Zuid-Limburgse bestuurders en ambtenaren zich nog steeds laten fêteren op een volledig door Q-park betaalde netwerkbijeenkomst op het Preuvene mint in Maastricht. „Het is een hellend vlak.Alles wat je aan een ambtenaar geeft om hem voor je te winnen, is risicovol.”
In dat opzicht is deze affaire sowieso een voorbeeldzaak voor het OM geweest. In vergelijking met de bouwfraude schandalen in de jaren negentig en aan het begin van deze eeuw was de JaJo-zaak minder omvangrijk, maar er lag dit keer wel zóveel bewijsmateriaal dat justitie’s kans om ‘te scoren’ groot was. De toonzetting van de officieren van justitie was van begin af aan stevig, soms zelfs moralistisch. De publiciteitsgolf die de affaire teweegbracht was groot. „Alle publiciteitis eigenlijk ook een onderdeel van het strafproces geworden. De berichtgeving over dit soort zaken heeft een preventieve werking. Daardoor wordt duidelijk hoe hard we dit aanpakken en welke risico’s je loopt als je het normaal vindt om te frauderen of iemand om te kopen”, meent Van Spierenburg.
En de ‘oorlog’ van bestuurders als Leers en gouverneur Léon Frissen? Die kwam er ook. Op één verdachte na, zijn alle ambtenaren nog voordat ze voor de rechter stonden ontslagen. Provinciebreed barstte een discussie los over het integriteitsbeleid en de noodzakelijke aanscherping ervan. Een gemeente als Heerlen trok zelf een blik juristen open om JaJo op een zwarte lijst te laten zetten.Waarmee Heerlen maar wil laten zien: wij laten niet met ons sollen. Ambtelijke apparaten werden doorgelicht. En de Limburgse overheids diender moest weer op cursus. Terug de banken in, om te leren dat zelfs het laten feitelijk teren op ‘knullige’ presentjes, zoals een dag kleiduivenschieten of het op kosten van een wegen bouwer je vol laten gieten in de skybox van Roda JC, niet zomaar door de beugel kan en in ieder geval gemeld moet worden.Want hoe onschuldig dat soort ‘extra’s’ dan ook mag lijken, uit het vonnis van de rechtbank in Den Bosch blijkt dat omkoping wel degelijk begint met dat soort pogingen van zakenlieden om ambtenaren te verleiden. Volgens gouverneur Léon Frissen is één van de lessen van deze corruptiezaak dat affaires zich meer op de werkvloer dan in het bestuur van de overheid lijken af te spelen.
„Het is daarom belangrijk de interne controle verder te versterken. Ook mensen met een kleine functie beschikken over gevoelige informatie waar anderen hun voordeel mee kunnen doen.” De gouverneur heeft geen goed woord over wat zich de laatste jaren aan kleine of grote akkefietjes op het gebied van integriteit in Zuid-Limburg heeft afgespeeld. „Het is gênant. Daar helpt geen nuancering bij.Als bestuurder heb ik mij geschaamd. De laatste jaren is in Zuid- Limburg wel zowel kwalitatief als kwantitatief veel gedaan aan het bevorderen van de integriteit. Door die aandacht is het onderwerp ook veel gevoeliger geworden, veel meer dan vijftien jaar geleden. Door de grotere aandacht van het bestuur voor integriteit zijn er vermoedelijk ook meer zaken aan het licht gekomen. In Amsterdam zag je hetzelfde fenomeen. Daar zijn vorig jaar 25 ambtenaren ontslagen vanwege niet-integer handelen. Dat komt omdat het gemeentebestuur het goed heeft aangepakt. Als je er een lamp op zet, kom je meer problemen tegen. Doe je dat niet, komt er ook niets boven water.” Over de uitlatingen van Van Spierenburg zegt Frissen: „Ik neem aan dat hij dit in de hitte van het proces heeft gezegd, maar hij had genuanceerder moeten reageren.Ritselen verhoudt zich zeker slecht tot het strafrecht. Ik ga het zeker niet vergoelijken. Maar zeker een hoofdofficier moet zijn beweringen staven.Wetenschappers komen met andere cijfers. Ik kom niet bij Sail Amsterdam en naar ik hoor ook maar weinig Limburgers. Daar worden mensen uit andere delen van het land onderhouden op kosten van anderen.”