COWBOYS IN SYRIË
Nederlandse moslimstrijders hebben vaak geen idee waarbij ze zich in Syrië aansluiten, zeggen inlichtingenbronnen. „Dan zitten Hollanders in een situatie waar ze totaal geen invloed hebben, afhankelijk van de ’locals’, die hen manipuleren en geld afhandig maken.”
ZE DOEN ALSOF ZE OP VAKANTIE GAAN NAAR OOST-TURKIJE , of een studiereis maken naar Caïro. Maar hun werkelijke bestemming is Syrië. Doel: een heldenrol in de Heilige Oorlog. Maar de Nederlandse moslimradicalen die zich aansluiten bij jihadistische verzetsgroepen in Syrië, komen vaak bedrogen uit. Uitgebuit, beroofd van geld en idealen en soms gewond, melden ze zich bij Nederlandse ambassades. Kort voor de jaarwisseling vertrok opnieuw een groep ’polderjihadisten’ naar Syrië, ondanks pogingen van de AIVD om hun avontuur te verstoren.
Buitenlandse moslimstrijders worden in Syrië getraind en onderwezen.
Steeds meer beelden duiken op van wreedheden van verzetsstrijders, zoals executies met nekschoten van geboeide soldaten.Wéér Hollandse jihadisten naar Syrië. Inlichtingenbronnen bevestigen: „Rond de jaarwisseling zijn verschillende mannen afgereisd naar Syrië. Ze voldoen aan het profiel, 25 tot 30 jaar oud, en ze zijn eerder bij de AIVD in beeld geweest en door de geheime dienst aangesproken.” De geheime dienst kon de reis slechts korte tijd verstoren, daarna kon de ’vakantiereis’ van de jihadi’s niet worden tegengegaan… waarna ze alsnog vertrokken en in Syrië zijn beland.
Het is dweilen met de kraan open: tientallen Nederlandse moslimsradicalen zijn in Syrië of onderweg. Drie weken geleden werden Rotterdamse jihadisten van 22, 23 en 33 jaar onderschept. Ze wilden het vliegtuig nemen naar Turkije. Van daaruit zouden ze contact maken met jihadistische strijdgroepen in Syrië, zoals Ansar al-Jebhat al-Nusra, die een jaar na de oprichting al berucht is vanwege standrechtelijke executies van Syrische soldaten, die geblinddoekt en geknield een nekschot krijgen.
Van een Almeerse jihadist is zeker dat hij vecht bij Al Nusra, onlangs door de VS aangemerkt als buitenlandse terreurorganisatie. Deze 35-jarige Khaled K. – een psychisch gestoorde asielzoeker die pillen slikt tegen claustrofobie en schizofrenie – werd juli vorig jaar thuis in Almere gearresteerd door een antiterreureenheid. Wegens gebrek aan bewijs moest justitie hem laten gaan.
Zwaard
De Nederlandse geheime dienst AIVD tipte justitie ook over de drie Rotterdammers. Bij huiszoekingen drie weken geleden werden messen, een zwaard, een kruisboog en pijlen gevonden. Maar ook rugzakken vol uitrusting, jihadistisch propagandamateriaal en afscheidsbrieven aan familieleden. Woningen van familieleden in Doesburg en Utrecht werden eveneens doorzocht.
Het trio had geld ingezameld onder geloofsgenoten voor een reis naar Turkije. Een eerste poging – een vlucht naar Turkije met een aansluitende binnenlandse vlucht tot de grens met Syrië – werd geannuleerd. Maar de AIVD bleef loeren. Toen twee van de drie later vanaf de Brusselse luchthaven naar Turkije wilden vertrekken, werd ingegrepen.
„Een van hen was een week voor zijn arrestatie in het huwelijk getreden met een moslima, die hij nooit had ontmoet. Hij kende haar sinds kort via internet. Hij wilde samen met haar in Syrië strijden voor de jihad. Op een foto voor zijn bruid poseerde de man met een AK-47-aanvalsgeweer. Op internet sprak hij tot zijn aanstaande vrouw: ’Ik hoop dat wij samen gaan sterven en samen naar het paradijs gaan’”, aldus justitie.
De recente arrestaties passen in de zorgwekkende trend die ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) signaleert: steeds meer jonge Nederlandse moslimsradicalen fantaseren over het afvuren van raketwerpers en het leegschieten van machinegeweren in Syrië. „De aantrekkingskracht van de jihadstrijd neemt toe. De situatie op de belangrijkste jihadistische strijdtonelen blijft zorgwekkend: er zijn meer van deze gebieden dan ooit en er is ook in Nederland meer belangstelling om daarheen te reizen”, alarmeerde de NCTV.
„De belangstelling onder Nederlandse moslimradicalen om te vechten is groot”, erkennen goed ingevoerde inlichtingenbronnen, in gesprek met De Telegraaf op voorwaarde van anonimiteit. „Het onderwerp leeft, velen hebben echt de intentie te gaan. Het is een dagelijks en populair gespreksonderwerp, vooral onder twintigers en dertigers, zoals volgelingen van de radicale bekeerlingenorganisatie Straat-Dawah en Sharia4Holland”, aldus de inlichtingenanalisten. „Het is een hype.” En niemand kan ze tegenhouden, zolang ze veinzen op vakantie te gaan.
Populair
Dat Syrië ‘populair’ is, is volgens deze bronnen simpel verklaarbaar: „Die oorlog komt in alle gruwelijkheid dagelijks in de huiskamers. Syrië wordt benoemd in de Koran, er zijn historisch-religieuze banden. Bovendien is het eenvoudig te bereizen, makkelijker dan Jemen, Pakistan of Afghanistan, waar de druk hoog is door aanvallen met drones , onbemande vliegtuigjes. In Somalië zitten ook veel westerse jihadisten, opvallend veel Scandinaviërs en Nederlanders. Mali is ook relatief dichtbij. Een flink deel van Mali is in handen van jihadisten, maar wij hebben geen indicatie van jihadreizen vanuit Nederland naar Mali.”
Syrië is dus het populairst onder de moslimradicalen. De ontvoering onlangs van de Nederlandse fotograaf Jeroen Oerlemans in Syrië was het werk van een groep internationale jihadisten, onder wie veel Britten. Engeland schat dat honderden landgenoten er actief zijn. Zelfs vanuit Australië is naar schatting een honderdtal strijders gekomen.
„Syrië heeft wereldwijd een aanzuigende werking. Ook omdat je die strijd kan betitelen als legitiem verzet tegen een misdadig regime”, aldus de inlichtingenanalisten. „Maar het gevaar is levensgroot dat je als Hollandse jihadganger betrokken raakt bij gruwelijkheden die je in Nederland niet kan voorstellen. Bovendien: wat gebeurt er als de strijd voorbij is? De jihadisten vormen een klein deel van het Syrische verzet, maar wel het meest geharde. Na de Bosnische oorlog zagen we strijders uit die oorlog wereldwijd opduiken bij terroristische organisaties. Er zitten honderden Europese strijders in Syrië, die een berg strijdervaring hebben. Wat als die zich keren tegen de westerse belangen?”
Veel Nederlandse jihadreizigers hebben een verwrongen Disneyachtig beeld van wat oorlog precies inhoudt. Hun fantasieën over de heroïsche jihad zijn gecultiveerd door propagandamateriaal dat met bergen te vinden is op internet, aldus de inlichtingenanalisten. Zoals de ’documentaire’ die op 15 november op YouTube werd gepost door het Algerijnse tv-kanaal Echorouk TV. Hierin worden buitenlandse strijders bejubeld die hun burgerleven verruilden voor de strijd in Syrië tegen het Bashar al-Assad-regime.
De video geeft deels een correct beeld. Het klopt dat jihadisten wereldwijd als motten afkomen op het Syrische geweld. herkenbaar worden strijders getoond uit Engeland, Frankrijk, Hongarije, Duitsland, de Balkanlanden, Zweden, Tsjetsjenië en zelfs uit Chili. De Chileen – een recente moslimbekeerling – is overigens dood. Op de beelden ligt hij onder bebloede lakens, naast een dode Duitser.
Stoere mannen
Voor het overige is de documentaire te comfortabel om waar te kunnen zijn; stoere mannen die de dood verloochenen door midden op straat lange salvo’s af te vuren zonder zich te bekommeren om dekking. „De video toont hoe warm buitenlandse strijders worden verwelkomd en geïntegreerd in de lokale verzetsgroepen, die hen bewonderen. Vooral degenen die uit de westerse landen komen, omdat zij hun comfortabele levens hebben achtergelaten om gehoor te geven aan hun islamitische plicht om te vechten tegen het Syrische regime”, aldus een vertaling van de Amerikaanse organisatie Memri (Middle East Media Research Institute). De buitenlandse strijders laten zich zingend filmen in een busje, op weg naar het front.
In werkelijkheid lopen Hollandse jihadisten levensgrote risico’s om in Syrië financieel te worden uitgebuit, misbruikt, te belanden in een organisatie waar ze niets te zeggen hebben en betrokken te raken bij oorlogsmisdaden, aldus de inlichtingenofficieren. Steeds meer beelden duiken op van wreedheden van verzetsstrijders, zoals executies met nekschoten van geboeide soldaten en de onthoofding van soldaten door kinderen met zwaarden.
De voorbereidingen van polderjihadisten zijn dramatisch slecht. „Ze hebben geen flauw benul waarbij ze zich willen aansluiten, hebben geen overzicht van de strijdende partijen. Ze lopen ergens in de handen van een strijdgroep en sluiten zich aan. Maar over achtergronden weten ze niets.”
„Er bestaan geen georganiseerde ’pijplijnen’ meer vanuit Europa naar strijdgebieden. Vroeger waren er ronselaars actief, die zorgden ervoor dat je in Afghanistan en Pakistan belandde. Die rekruten zijn niet actief voor Syrië. Nu communiceren Europese jihadisten via de sociale media zelf rechtstreeks met strijders. Ze reizen op eigen gelegenheid. Via internet delen ze hun ervaringen, waarna anderen volgen.”
Volgens inlichtingenbronnen weet hun omgeving in Nederland heel goed dat ze op jihadreis gaan. „Ze vertellen er trots over, bereiden zich voor door uitrusting te verzamelen. Soms wordt collectief geld ingezameld. Sommigen verkopen alles, laten bankpasjes achter en lossen schulden af. Als de omgeving, de familie, verbaasd reageert dat iemand op jihad gaat, is dat gelogen.”
„Geheime diensten zijn niet per se de goede partij om radicaliserende mannen te behoeden voor een jihadreis. Als wij ze benaderen, bevestigen we hen vaak in hun overtuiging. Dan zijn wij onderdeel van een repressief systeem. Als het nodig is, gaan we de confrontatie aan. Maar ze zijn vrij om ’op vakantie’ te gaan. Net als bij politiewerk moet juist de omgeving de signalen eerlijk oppikken: jeugdzorg, buurt, moskee, school, familie. Het probleem bij familie is dat ze wéten dat iemand radicaliseert, maar dat uit schaamte wordt gezwegen.” Werkgevers passen niet in het rijtje: „De meesten hebben uitzendbanen, waardoor het niet opvalt als ze vertrekken.”
Gedesillusioneerd
Veel Hollandse jihadgangers raken zo gedesillusioneerd, dat ze hulp zoeken bij Nederlandse ambassades of andere instanties in het buitenland, onthullen de inlichtingenbronnen. Het zijn met name deze ex-strijders die waardevolle bronnen zijn voor inlichtingendiensten over reisroutes, contacten en medestrijders.
„Bij ambassades komen met regelmaat jongens die teleurgesteld zijn, of gewond geraakt, die zonder geld zitten, of die het allemaal toch ’niet zo gezellig’ vonden… Sommigen zijn afgeknapt op de slechte hygiëne, de wreedheid van oorlog, het gebrek aan geld. Niet overal krijgen ze een heldenonthaal, integendeel. Vaak belanden ze bij strijdgroepen die vechten voor lokale belangen, dan zitten Hollanders in een situatie waar ze totaal geen invloed hebben, afhankelijk van de ’locals’, die hen manipuleren en geld afhandig maken. Je moet bijvoorbeeld je eigen wapen kopen, tegen tarieven waar alleen de handel beter van wordt. En dan de medische zorg: in Nederland ben je binnen enkele dagen af van diarree, maar daar zit je wekenlang gehurkt tussen de struiken…”