MAASTRICHT – GGZ-instelling Mondriaan brengt het recht op een eerlijk proces voor Thijs H. in gevaar en zou het medisch beroepsgeheim schenden. Mondriaan handelt daarmee mogelijk strafbaar. Dat beweren de advocaten Job Knoester en Serge Weening die in hoger beroep de man vertegenwoordigen die door de rechtbank in Maastricht in juli werd veroordeeld voor drie moorden tot 18 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging.
Tijdens de behandeling van de strafzaak uitte een psychiater van het Pieter Baan Centrum forse kritiek op Mondriaan, dat volgens hem steken heeft laten vallen in de behandeling van Thijs H. Zo werd volgens de psychiater de psychose waarin Thijs H. was beland, niet opgemerkt.
Mondriaan reageerde als door een wesp gestoken, wees de kritiek af en dreigde zelfs met juridische stappen als het PBC in het openbaar weer kritiek zou leveren.
Onder druk gezet
Volgens de raadslieden Knoester en Weening betekent dat dreigement een aantasting van het recht op een eerlijk proces voor Thijs H. „Niet alleen onderzoekers van het Pieter Baan Centrum worden zo onder druk gezet, maar ook eventuele nieuwe onderzoekers. Terwijl de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep nog moet beginnen.” Gedragsdeskundigen moeten zich vrij voelen om verslag te doen van hun bevindingen en kritiek te leveren zonder dat ze moeten vrezen voor juridische consequenties, aldus Knoester en Weening, die Mondriaan manen zich te onthouden van dergelijke dreigementen.
Medisch beroepsgeheim
Daarnaast zou Mondriaan het medisch beroepsgeheim hebben geschonden „door over de rug van een (ex)-patiënt openlijk over zijn zaak te spreken.” Volgens de advocaten is dat „ontoelaatbaar, tuchtrechtelijk en mogelijk zelfs strafrechtelijk verwijtbaar.” Knoester beschuldigt Mondriaan ervan „niet neutraal” te zijn terwijl dat van een behandelinstelling wel mag worden verwacht.
Mondriaan kan ook tijdens de strafzaak in hoger beroep nog wel de nodige kritiek verwachten. De advocaten van Thijs H. vinden net als de PBC-psychiater dat de instelling forse steken heeft laten vallen in zijn behandeling.
‘Ongefundeerde kritiek’
Woordvoerster Veronique Leunissen van Mondriaan verwijst naar een verklaring die de GGZ-instelling op 16 november op de website publiceerde. „Daar hebben we niets aan toe te voegen.”
Mondriaan zegt in die verklaring dat het Pieter Baan Centrum „ongefundeerde openbare” kritiek leverde tijdens de rechtszaak, zonder enige vorm van hoor en wederhoor. „Dat druist in tegen de gangbare professionele norm en beschadigde onze goede naam.” De instelling plaatste de verklaring op de site „omdat Mondriaan zich in de rechtbank en de media niet kan verdedigen omdat we geen partij zijn in de strafzaak en omdat we te maken hebben met het medisch beroepsgeheim.”