Door het Openbaar Ministerie is eerst op dinsdag 20 februari 2024 een vordering ingediend tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis wegens schending van de algemene en bijzondere voorwaarden. Gelet op het bepaalde in artikel 84 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering had naar het oordeel van het hof de vordering onverwijld, dat wil zeggen zo spoedig mogelijk, na de aanhouding van de verdachte ingediend moeten worden. Dat betekent naar het oordeel van het hof dat de vordering uiterlijk maandag in de loop van de ochtend had moeten worden ingediend. Nu dat niet gebeurd is, is er sprake van schending van artikel 84 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering en dat moet naar het oordeel van het hof leiden tot afwijzing van de vordering.
Kerkrade – Ze heeft 43 dagen in voorarrest doorgebracht, maar woensdag is Yordana P. (50) vrijgesproken van meineed en valsheid